Jump to content

Wat Zijn Je Nieuwe Audio Aanwinsten II....


WanFie
 Share

Recommended Posts

Mijn interlinks hebben een bepaald procedé ondergaan wat teniet gaat [...] Ik werd er niet vrolijk van, juist op het gebied van ruimtelijkheid wordt ingeleverd en dan is het voor mij ineens een no-brainer.

 

Wat voor procedé? Weet je daar iets meer van?

Link to comment
Share on other sites

Guest tubejack

Ik heb vandaag een volledig gereviseerde/gemodificeerde Quad 303 opgehaald. Als die bevalt laat ik ook de 33 aanpakken. Probleem is dat al mijn LS bij mijn kinderen een plaats hebben gekregen. Maar goed mijn zolder is nog niet klaar dus voorlopig gaat de 33/303 naar een vriend. Hij wil zijn dure versterker wegdoen en ook een 33/303 gaan kopen.

 

Is het een virus :o

Link to comment
Share on other sites

Quantum Tunneling


Quantum Tunneling is a process that changes the way a cable conducts signal at the subatomic level, affecting the entire cable assembly: connectors (RCA, XLR, spade, or banana), solder joints, dielectric, and signal & ground conductors are all transformed and integrated as a single unit. By applying a two million volt signal to a cable at a specific pulse modulation, and ultra high frequency for an exact duration of time, we transform the entire cable at a molecular level through a phenomenon called Quantum Tunneling. This process is performed on all TESLA Series cables, from Galileo Basik Strings and Au 79 and Magnetic Tricon to Apex, and can be applied to models not Quantum Tunneled for an additional charge. The before and after is startling, with a lower noise floor and improvements in inner detail, air, low frequency extension, and overall transparency and signal speed.

Link to comment
Share on other sites

Guest tubejack

Hij wilde het ding al 25 jaar geleden hebben. Nu hij hem vergeleek met zijn versterker was hij vlug om.

Is het niet puur emotie ? Jeugd sentiment? Het willen hebben maar het toen niet kunnen kopen.?

Als de man verstandig is,  houdt hij zijn oude versterker tenminste nog een paar maanden, en gaat hij dan nog eens een keer vergelijken, voordat hij spijt krijgt.

 

Ik heb hier vergelijkbare versterkers. en andere oude jeugd liefdes..... Ze klinken ze héél erg goed! 

 

Zo goed, dat je aan je eigen verstand gaat twijfelen.

Maar er zijn betere.  Dat zijn die, die je laten vergeten dat je ze hebt ;)

 

Vriendelijke groet,

 

Jack

 

P.s. wel goed voor mijn handel, die jeugd liefdes, leuk om als 2e set "erbij" te hebben  :rolleyes: Vooral doorgaan!

Link to comment
Share on other sites

Ha Jack,

 

Jij en ik zijn techneuten die wat van de interne werking van versterkers weten en al een tijdje mee gaan. Er is iets met die dingen wat ze (onafhankelijk van nostalgie) een uniek klankkarakter geven wat gewoon aangenaam is om naar te luisteren.

 

Om te beginnen het zelfbouw ontwerp van John Linsley Hood uit 1969. Een ding met 4 transistoren! Meet niet supergoed maar is vanwege zijn klankmatige prestaties een klassieker die nog steeds erg populair is. Hiraga was ook zo'n ontwerper evenals Pass dat is. Allemaal eigenwijze ontwerpers die unieke paden insloegen puur technisch gezien. En de Quad 33/303 past ook in dat rijtje van bijzondere ontwerpen die iets anders zijn dan meer van hetzelfde.

Link to comment
Share on other sites

het enigste was stassis en single end transister dat was van hem ,kijk in het blad le audiophile en stoeien met LH kan vele daar hoef je niet slim voor te zijn dat is gewoon creatief zijn.

 

mvg wollie

Link to comment
Share on other sites

Pass was een laat bloeier en een groot kopieeerder.

 

mvg wol

 

Onjuist!

"Laatbloeier" Pass was nog maar ca. 23 jaar toen hij Threshold Electronics oprichtte. En een kopieerder kan niet zevenvoudig US Patent-houder zijn.

 

 

(...) Nelson Pass (born June 27, 1951) is a designer of audio amplifiersUnlike some audio engineers, Pass remains vocal that listening tests remain valuable and that electrical measurements alone do not fully characterize the sound of an amplifier.[1] Pass holds at least seven U.S. patents related to audio circuits. (...) In 1974, he received his BS in physics from the University of California-Davis.[3] During his studies, he and Mike Maher founded the small speaker company PMA.[4] From 1973 to 1974, he was employed at ESS to design speakers.[3] (...) After graduating in 1974, he and René Besne founded high-end amplifier company Threshold Electronics on December 5, 1974. Later, Joe Sammut became the third partner.[4] Threshold is perhaps best known for the "Stasis" amplifiers (a design later also produced under license by Nakamichi). He sold Threshold Electronics in 1997. The company continued without Nelson Pass under the name Threshold Audio. (...) In the mid 1980s, Pass designed the well-reviewed Adcom GFA-555 amplifer.[5][6] (...)

 

Enzovoorts, enzovoorts.

Pass toonde het single-ended karakter van lucht aan, en relateerde dat aan absolute elektrische fase bij de werking van versterkers en luidsprekers.

Van onschatbare waarde!

Link to comment
Share on other sites

Guest tubejack

Ha Jack,

 

Jij en ik zijn techneuten die wat van de interne werking van versterkers weten en al een tijdje mee gaan. Er is iets met die dingen wat ze (onafhankelijk van nostalgie) een uniek klankkarakter geven wat gewoon aangenaam is om naar te luisteren.

 

Om te beginnen het zelfbouw ontwerp van John Linsley Hood uit 1969. Een ding met 4 transistoren! Meet niet supergoed maar is vanwege zijn klankmatige prestaties een klassieker die nog steeds erg populair is. Hiraga was ook zo'n ontwerper evenals Pass dat is. Allemaal eigenwijze ontwerpers die unieke paden insloegen puur technisch gezien. En de Quad 33/303 past ook in dat rijtje van bijzondere ontwerpen die iets anders zijn dan meer van hetzelfde.

Hoi Pjort,

 

De Leak Stereo 30 plus die ik nu op dit moment aan het opknappen ben, lijkt sterk op dat ontwerp van John Linsley Hood

maar is van 1967 of zo.  Er komen 4 nieuwe  2N3055 in.  En net als de JLH en een elco in de uitgang..... 

 

Heel aangenaam om naar te luisteren.  Waarschijnlijk plezieriger dan menig high-end versterker .....  Memory distortion?

nooit van gehoord.  Maar het kan nog beter.  

Link to comment
Share on other sites

in de jaren ,90 begon die met verschillende schema,s naar he principe van LH en over patenten gesproken een wijziging kun je al een patent aanvragen

hiraga begon al in 1970

en in het  blad le audiophille wordt wordt je overvallen met nieuwe schema,s en je krijgt de wetenschappelijke scoop foto,s gratis er bij

de lay out daar was die super in dat was gelikt

 

mvg wol

Link to comment
Share on other sites

(...) De Leak Stereo 30 plus die ik nu op dit moment aan het opknappen ben, lijkt sterk op dat ontwerp van John Linsley Hood

maar is van 1967 of zo.  (...)

 

 

Beste Tubejack,

 

Het ontwerp was nòg ouder:

 

 (...) de in 1965 door Harold Leak ontworpen Stereo 30+ (...)

 http://www.hifi.nl/recensies/4387/Vintage-Review-LEAK-Delta-30-versterker.html#ixzz2h8UdOvXG

 

In het oorspronkelijke ontwerp "Stereo 30" (1963) werden nog germanium transistoren toegepast.

De "quasi complementaire germanium uitgangstrap" was volgens een ontwerp van H.C. Lin ("Quasi-Complementary Transistor Amplifier", Electronics, Sept. 1956, pags. 173-175). 

De verbeterde versie "Stereo 30 Plus" (1965) gebruikte silicium transistoren.

 

Men leze ook http://books.google.nl/books?id=mcUiQCBXh_YC&pg=PA143&dq=H.C.+Lin+Quasi-Complementary+Transistor+Amplifier&hl=nl&sa=X&ei=cRZUUv6GCOSp4ATl84GgCQ&ved=0CF4Q6AEwBg#v=onepage&q=H.C.%20Lin%20Quasi-Complementary%20Transistor%20Amplifier&f=false en dan m.n. pag. 143 e.v.

 

 

 

Link to comment
Share on other sites

Guest tubejack

 

Beste Tubejack,

 

Het ontwerp was nòg ouder:

 

 http://www.hifi.nl/recensies/4387/Vintage-Review-LEAK-Delta-30-versterker.html#ixzz2h8UdOvXG

 

In het oorspronkelijke ontwerp "Stereo 30" (1963) werden nog germanium transistoren toegepast.

De "quasi complementaire germanium uitgangstrap" was volgens een ontwerp van H.C. Lin ("Quasi-Complementary Transistor Amplifier", Electronics, Sept. 1956, pags. 173-175). 

De verbeterde versie "Stereo 30 Plus" (1965) gebruikte silicium transistoren.

 

Men leze ook http://books.google.nl/books?id=mcUiQCBXh_YC&pg=PA143&dq=H.C.+Lin+Quasi-Complementary+Transistor+Amplifier&hl=nl&sa=X&ei=cRZUUv6GCOSp4ATl84GgCQ&ved=0CF4Q6AEwBg#v=onepage&q=H.C.%20Lin%20Quasi-Complementary%20Transistor%20Amplifier&f=false en dan m.n. pag. 143 e.v.

 

 

 

 

 

1965 en nog veel eerder.  Wie weet waar JHL zich door heeft laten inspireren ^_^

Bijzonder detail!  De transistors die defect waren,  gaven op de transistor tester aan dat het germanium types zijn.

Ik dacht nog even in het ooitje genomen te zijn door de firma Leak.  Maar nee, de andere zijn echt silicium :)

Link to comment
Share on other sites

1965 en nog veel eerder.  Wie weet waar JHL zich door heeft laten inspireren ^_^

Ja, dat heeft hij zeker. Maar vooral toch omdat de jaren '60 transistorversterkers heel erg ook als transistorversterkers klonken en dat bedoelde hij niet positief! De 1969 JLH amp lijkt in geen enkel opzicht op voorgaande transistorontwerpen. Niet conceptueel en niet schematisch.

 

Dit is wat hij zelf later schreef over zijn 1969 versterker die uiteindelijk een klassieker werd:

 

JLH - a lifetime in electronics

 

.............However, these were early days, and I was quite content with my Williamson mono set up - the snag lying in the 'mono' bit.

 

Turntable trauma

When my old friend, the Seascale carpenter, made the cabinets for our two radiograms, he fitted each with a Decca turntable and its XMS sapphire-stylus pick-up. This seemed quite a good choice in 1952, before the advent of stereophonic LPs, even though the playing weight of the spring counterbalanced head was 40g or thereabouts.

 

Sadly though, there was no way that the Decca system would play a 'stereo' disc without jumping up and down during the loud bits.

 

Replacing the turntable and pick-up would have presented little difficulty, though any new system would probably not have fitted as snugly as the original joiners installation.

 

The real problem was what to do about the single Williamson power amplifier. Quite apart from the cost and difficulty of buying and installing another Williamson, with its separate 450V power supply, there simply wasn't room in the cabinet to accommodate it.

 

So my thoughts turned to constructing two equivalent transistor power amplifiers. This solution would certainly save space, but it had to sound as good too.

 

I treated the requirement as if it were for a typical industrial control system. The emphasis would be on simplicity - on the premise that 'what you don't put in won't go wrong'. I designed and made up the experimental four transistor power amplifier circuit shown in Fig. 8.

 

Why was it n-p-n throughout?

At that time, 1965, silicon p-n-p transistors were not very good, so the design used only n-p-n power devices. The opposite was the case with germanium devices, where it was the n-p-n ones which were relatively poor in performance.

 

This design operated in class A, which removed any problems which might arise with class 'AB' output bias level settings.

 

On being tested with a 35V supply line, this amplifier worked very well. It had an output power of a little over 10W, a THD figure rather better than 0.1%, and a bandwidth of 10Hz to 100kHz,+/-0.5dB. This was very encouraging - especially when I compared its sound quality against the Williamson, and concluded that it was at least as good.

 

On seeing these results, I built a tidied-up stereo version as a Christmas present to myself in 1967. Some time later. I replaced the output transistors with Motorola 'epitaxial base' 2N3055s.

 

With an increase in the supply voltage to 45V, the new transistors allowed an output power of more than 15W. This was equivalent to the Williamson, though I am unconvinced that I ever needed or used more than two watts.

 

Unlike the Lin design, my 10W Class-A circuit did not use a push-pull pair of output devices to provide the required low output impedance. Instead it used a 'Darlington pair' connected amplifier stage, comprising Q1 and Q3, driving Q2 as an active load. Transistor Q4 gave increased loop gain for the AC and DC feedback loops.

 

My first audio article

It had not occurred to me to seek to publish my design. But two of my friends urged me to do so. John Greenbank, an assistant editor on Wireless World at the time, greeted my contribution with enthusiasm. Unknown to me. the topic of Class-A versus Class-AB was one of current hi-fi debate. As a result of this publication, I suddenly found myself to be a hi-fi guru....................

Link to comment
Share on other sites

Is het niet puur emotie ? Jeugd sentiment? Het willen hebben maar het toen niet kunnen kopen.?

Als de man verstandig is, houdt hij zijn oude versterker tenminste nog een paar maanden, en gaat hij dan nog eens een keer vergelijken, voordat hij spijt krijgt.

 

P.s. wel goed voor mijn handel, die jeugd liefdes, leuk om als 2e set "erbij" te hebben :rolleyes: Vooral doorgaan!

Mijn vriend is een zeer bedachtzaam type. Hij heeft mijn 33/303 al in huis gehad en krijgt hem nu gemodificeerd weer een tijdje te leen Ik denk wel dat hij zijn versterker weg doet. Hij is er niet tevreden mee en ik heb hem zelf ook vergeleken met de Quad en ik begrijp wel waarom. Beetje nep geluid.
Link to comment
Share on other sites

Hoi Pjort,

 

De Leak Stereo 30 plus die ik nu op dit moment aan het opknappen ben, lijkt sterk op dat ontwerp van John Linsley Hood

maar is van 1967 of zo.  Er komen 4 nieuwe  2N3055 in.  En net als de JLH en een elco in de uitgang..... 

 

Heel aangenaam om naar te luisteren.  Waarschijnlijk plezieriger dan menig high-end versterker .....  Memory distortion?

nooit van gehoord.  Maar het kan nog beter.

 

Die Harolds Leak stond bekend als een jatter. Heeft wel eens een artikel in hifi news gestaan hoe hij een product uit wireless overnam en dan met advocaten ging dreigen in termen " ik maak je kapot".

Link to comment
Share on other sites

Ja, dat heeft hij zeker. Maar vooral toch omdat de jaren '60 transistorversterkers heel erg ook als transistorversterkers klonken en dat bedoelde hij niet positief! De 1969 JLH amp lijkt in geen enkel opzicht op voorgaande transistorontwerpen. Niet conceptueel en niet schematisch.(...)

 

 

Beste Pjotr,

 

Verwarring slaat toe!  :o

Jij beweert dat de versterker van John Linsley Hood  uit 1969 in geen ènkel opzicht lijkt op eerdere transistorversterkers, terwijl Tubejack juist aangaf dat zijn pas verworven Leak Stereo 30+ uit 1965 sterk lijkt op... datzelfde ontwerp van John Linsley Hood! (bijdrage #463 van ditzelfde topic)

Wie van jullie beiden heeft nu gelijk?

 

Verder beweer jij dat de transistorversterkers van de jaren '60 "heel erg als transistorversterkers klonken". Ik vraag me af, of je daar wel gelijk in hebt.

Juist de Britse versterkerbouwers die toen van buizen overschakelden op transistors (Leak, Rogers, Quad, Radford) gebruikten gehoormatig hun buizenversterkers als referentie voor de transistorversterkers. Met de buizen- en transistorversterkers van Leak uit het midden van de jaren '60 - waarvan ik het grote genoegen heb er enkele te bezitten en die door een specialist met veel liefde, kennis en toewijding zijn gerenoveerd - hebben gehoormatig uitstekende kwaliteiten, zijn uiterst neutraal en leveren dus geen opvallend transistor- respectievelijk buizen-geluid. Bij een directe "blinde" vergelijking zou men zich kunnen vergissen.

 

Toch kwam de controverse tussen voorstanders of aanhangers van respectievelijk transistor- en buizengeluid al gauw tot stand.*

Ik vermoed, dat slechte representanten van beide types tot generaliserende (voor)oordelen hebben geleid.

 

* Men leze bijvoorbeeld uit het al eerder aangehaalde boek "Valve & Transistor Audio Amplifiers" van John Linsley Hood (1997)  http://books.google.nl/books?id=mcUiQCBXh_YC&pg=PA143&dq=H.C.+Lin+Quasi-Complementary+Transistor+Amplifier&hl=nl&sa=X&ei=cRZUUv6GCOSp4ATl84GgCQ&ved=0CF4Q6AEwBg#v=onepage&q=H.C.%20Lin%20Quasi-Complementary%20Transistor%20Amplifier&f=false het hoofdstuk over "Listener Fatigue" (148). 

Link to comment
Share on other sites

Die Harolds Leak stond bekend als een jatter. Heeft wel eens een artikel in hifi news gestaan hoe hij een product uit wireless overnam en dan met advocaten ging dreigen in termen " ik maak je kapot".

 

Beste Carl,

 

Lees jij het boek "Firsts in High Fidelity" - The Products and History of H.J. Leak & Co. Ltd. (Stephen Spicer, ISBN 1-882580-31-1) maar eens.

Vrijwel alle innovaties werden niet dóór, maar vàn Leak gejat.

(Dat begon al met de Williamson versterker, en ging door met de electrostatische luidspreker, de ribbon luidspreker, het moving coil pick-up element...)

 

Ach, het is weer zoals mijn goede grootmoeder reeds zei: "Je wordt eerder door een strontkar, dan door een rijtuig overreden!"

(Een vintage opmerking, ja zeker.)

Link to comment
Share on other sites

Helaas kan ik het schema van de JLH niet posten (uploaden) hier.
 
Een aantal van de kenmerken van dat JLH ontwerp waren dat het klasse-A betrof en gebruik maakte van current feedback, i.i.t. tot de in transistorversterkers gebruikelijke voltage feedback. Current feedback is veel sneller dan voltage feedback, iets wat de Hiraga's ook kenmerkt. Maar ook in de Quad 303 wordt current feedback toegepast. Verder heeft de JLH geen complementaire uitgangsconfiguratie maar is het een soort van single ended met active load. Iets wat Pass later ook is gaan doen. Maar Hood was wel de eerste die het toepaste. Creatief? Dat was het zeker, maar het kwam toch meer voort uit zijn pragmatische aanpak.
 
B.t.w. Hood was een industrieel elektronicus met audio als hobby en keek er heel nuchter van die kant tegenaan, zoals hij ook zelf schrijft. Na zijn spraakmakend ontwerp in WW van 1969 heeft hij nog vele mooie ontwerpen in WW gepubliceerd. Zijn beroep is het nooit geworden.
 
...............................................................................................................................................
 
Tjs, dat van die stontkar kan wel kloppen, moet je het er ook zelf maar niet naar maken.... :rolleyes:
 
Neemt niet weg dat de Williamson (uit 1947) eveneens een innovatief ontwerp was in een tijd dat men dacht dat men er wel mee klaar was. Dat ontwerp heeft als referentie zonder wijzigingen zo'n 20 jaar stand gehouden. Die Williamson had overigens op zich weinig van doen met Leak. Was ook een ontwerp gepubliceerd in WW voor zelfbouw.
 
[Edit]
 
Gelukkig zijn er nog webhosters die het bewaard hebben. Hier het schema:

jlh_fig3.gif
http://sound.westhost.com/jll_hood.htm

 

Lijkt in nergens op een Leak..........

Link to comment
Share on other sites

Guest
This topic is now closed to further replies.
 Share

×
×
  • Create New...