Jump to content

Discussie Over (Psycho)Akoestiek, Luidsprekers En Dsp


Martijn-Synergy Acoustics
 Share

Recommended Posts

Welke specifieke omstandigheden bedoel je hier? De akoestische omstandigheden van de kamer? Dus de mate waarin iemand voor het midhoog/hoog/tophoog fysieke aanpassingen heeft gedaan?

 

Hiermee suggereer je ook dat automische DSP-en iets nadeligs doen met de klankkwaliteit. Is dat echt zo? Hoe meet / hoor je dat?

 

Het is lastig om hier even kort een antwoord op te geven. Er komt simpelweg een hoop kijken bij het doen van ruimtecorrectie en het automatiseren ervan. Voor de discussie is het belangrijk om te weten dat de klank in het laag primair door de interactie tussen luidspreker en akoestiek bepaald wordt, terwijl de luidspreker in het midden en hoog dominant is. Daarom is het zaak om voor het midden en hoog een zeer goede luidspreker te kiezen; om het laag goed te krijgen moet de trukendoos open getrokken worden. 

 

Bij ruimtecorrectie is het altijd de vraag wat je nou precies moet corrigeren. In tegenstelling tot elektrische audio-apparatuur - bijvoorbeeld een versterker - is er bij een meting in een ruimte geen absoluut referentieniveau waar je naar toe moet werken. Als een versterker in het laag of het hoog een paar dB zou afvallen, weet je dat er iets mis is: de curve zou zeker binnen het hoorbare gebied nagenoeg vlak moeten zijn. Als een versterker intermodulatievervorming van een half procent laat zien, weet je dat er iets niet goed zit: het vervormingspercentage zou een getal met één nul voor en meerdere nullen achter de komma moeten zijn. 

 

In het geval van een luidspreker wordt het al wat lastiger om te zeggen wat goed en slecht is, maar toch is er onder experts wel consensus op een aantal vlakken. Een zeer goede luidspreker heeft de onder meer de volgende kenmerken: 

  • Een vlakke frequentiekarakteristiek (net als geldt voor elektrische apparaten, zoals een versterker);
  • Een gelijkmatige frequentiekarakteristiek (geen smalbandige resonanties of onregelmatigheden als gevolg van diffractie);
  • De frequentierespons is nagenoeg gelijk onder alle mogelijk hoeken waaronder een luisteraar zich kan bevinden (zeg bijvoorbeeld +/- 30 graden horizontaal en +/- 10 graden verticaal van de hoofdas);

Deze eigenschappen zijn vereist voor een neutraal, ongekleurd geluid op meerdere luisterposities. Zet deze luidspreker in een kamer, en met name in het laag blijft er weinig van deze 'perfecte' luidspreker over. Als je de steady-state respons gaat meten, zie je op de luisterplek veel pieken en dalen. Verplaats de microfoon een halve meter, en je ziet dat de pieken en dalen veranderen in amplitude. Deze pieken en dalen zijn het gevolg van staande golven. In het laag hebben het directe geluid en vroege reflecties in verhouding niet zo'n grote invloed op wat je meet en hoort; de staande golven zijn dominant. Veel mensen realiseren het zich niet, maar de klankkwaliteit van het laag wordt in de praktijk meer bepaald door de interactie van de luidspreker met de kamer, dan door de luidspreker zelf. De gemeten curve correleert dan ook goed met de klank.

 

In het middengebied en het hoog zie je ook oneffenheden in de meting op de luisterplek. Staande golven spelen bij hogere frequenties niet langer een rol van betekenis; het zijn discrete vroege reflecties en galm die de onregelmatigheden in de frequentiecurve veroorzaken. In tegenstelling tot het laag, correleert de gemeten curve naar hogere frequenties toe echter steeds minder goed met de klank. Interferentie van het directe geluid en het iets later aankomende geluid van een reflectie leidt tot lelijke afwijkingen in de gemeten frequentierespons, maar de klankmatige invloed is sterk afhankelijk van de richting en vertraging van het gereflecteerde geluid. De meetmicrofoon maakt geen onderscheid in richting, terwijl ons gehoor dat wel doet. Bovendien kan een verplaatsing van de microfoon van een paar centimeter al tot zeer andere resultaten leiden, met name als er sprake is van een reflectiepunt dicht bij de microfoon.

 

Veel automatische ruimtecorrectiesystemen werken met een voorgeprogrammeerde doelcurve. Men kwam er al gauw achter dat een vlakke doelcurve niet goed klinkt (het is normaal dat de steady-state respons op de luisterplek naar hogere tonen wat afloopt) dus zijn er allerlei doelcurves ontwikkeld die zo goed mogelijk zouden moeten klinken. De gemeten curve wordt met de doelcurve vergeleken en vervolgens worden er aanpassingen aan het signaal gedaan, waardoor de frequentierespons op de meet/luisterplek zo goed mogelijk overeen komt met de doelcurve.

 

Het probleem van deze benadering is dat het idee van een doelcurve fundamenteel onjuist is. De generieke doelcurves worden bepaald op basis van subjectieve ervaringen in specifieke situaties met een unieke combinatie van luidsprekers, ruimte en opstelling. Indien de meetresolutie en ook de resolutie van de correctiefilters in het laag in orde zijn, kan een dergelijk systeem bij lage frequenties prima werken. Bij hogere frequenties zijn ze echter allemaal beperkt. Stel je hebt de hierboven beschreven 'perfecte' luidspreker en je zet deze in een kamer, dan zal de DSP correcties in het mid en hoog doen. Daardoor wordt de perfecte respons van de luidspreker zelf om zeep geholpen, terwijl die nou juist zo goed was!

 

Nog lastiger wordt het als je een normale luidspreker (met zijn inherente problemen) in diezelfde kamer zet. Het is voor het ruimtecorrectie-apparaat onmogelijk om direct geluid accuraat van reflecties te onderscheiden. Wellicht is er in de luidspreker sprake van een resonantie bij 3 khz. De DSP zou dit prima kunnen corrigeren en het geluid zou er beter door worden. Maar misschien is wordt de gemeten piek veroorzaakt door een probleem met het afstraalgedrag van de luidspreker. Dit kun je afhankelijk van de luisterafstand en mate van demping in de kamer in meer of mindere mate corrigeren, maar dat zal ten koste gaan van het directe geluid van de luidspreker. Een derde mogelijkheid is dat de piek wordt veroorzaakt door interferentie van het directe geluid met een sterke reflectie. Moet de piek dan gecorrigeerd worden? De automatische ruimtecorrector weet dat niet, omdat het direct geluid en reflecties niet goed kan scheiden. Sommige bedrijven stoppen overigens veel tijd en geld in het vinden van methodes om direct en gereflecteerd geluid te kunnen onderscheiden. De aanpak van het Franse Trinnov lijkt me veelbelovend (ze gebruiken een microfoon-console waarmee richting gemeten kan worden), al ben ik er nog niet van overtuigd dat ze al het niveau van handmatig instellen kunnen evenaren. 

 

De meeste moderne ruimtecorrectiesystemen maken gebruik van doelcurves, maar er wordt wel steeds conservatiever gecorrigeerd bij hogere frequenties. Dat is een stap in de goede richting. Andere fabrikanten kiezen ervoor om maar tot bijvoorbeeld 500 hertz te corrigeren. Dat is ook een goed alternatief voor het simpelweg nastreven van een doelcurve (al is het in de praktijk nog wel lastig om de overgang tussen het frequentiegebied waar wel correctie plaatsvindt en het gebied waar geen correctie plaatsvindt aan elkaar te koppelen). Deze beide oplossingen leiden echter tot versimpeling van het probleem; dit om het werkbaar te houden.

 

Een ander probleem waar veel automatische ruimtecorrectiesystemen mee kampen, is de beperkte resolutie van de DSP. Vaak wordt betrekkelijk globale correctie toegepast, terwijl met name staande golven gebaat zijn bij een zeer precieze correctie. Daarvoor heb je een correctiefilter met precies de juiste frequentie en bandbreedte nodig. Automatische ruimtecorrectiesystemen zullen de problemen vaak flink verminderen, maar hebben niet de verfijning die nodig is voor een optimaal resultaat. 

 

Ten slotte houden automatische ruimtecorrectiesystemen geen rekening met andere oplossingen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat je op de luisterplek net in een mode van een staande golf zit. Op dit punt heb je te maken met een dip in de respons op de frequentie van de staande golf. Als je je hoofd echter maar een klein beetje verplaatst, kan het gebeuren dat je de frequentie al veel luider hoort. Als je de microfoon op meerdere plekken op en rondom de luisterplek plaatst en het gemiddelde van de meetresultaten neemt (dit is een gebruikelijke strategie, die goed verdedigbaar is), dan kan het zijn dat de DSP er voor kiest om te verzwakken of te boosten bij die specifieke frequentie. Omdat de ruimtelijke variatie zo groot is, z al geen van beide tot een echt goed resultaat leiden. In dit geval zou het echter heel goed zo kunnen zijn dan het verplaatsen van één van de luidsprekers of het kiezen van een net iets andere luisterpositie het probleem verhelpt. 

 

Kortom, automatische systemen werken volgens vaste protocollen. Die protocollen zijn gemaakt om in veel verschillende situaties tot goede resultaten te leiden, maar er zijn situaties denkbaar waarbij de software geen pindakaas van de meetresultaten weet te maken, wat resulteert in een suboptimale correctie. 

 

Ik zou hier nog pagina's over kunnen voltypen, maar voor nu houd ik het hier bij :P . 

Link to comment
Share on other sites

De aanpak van het Franse Trinnov lijkt me veelbelovend (ze gebruiken een microfoon-console waarmee richting gemeten kan worden), al ben ik er nog niet van overtuigd dat ze al het niveau van handmatig instellen kunnen evenaren. 

 

 

Dat gaat inderdaad erg goed.

 

Een voorbeeld:

Op de laatste X-Fi was het de bedoeling dat Trinov met Sonus Faber luidsprekers zou demonsteren. Nadat er al erg veel tijd doorheen was gegaan om die juist in te stellen, bleek er iets in het hoog niet te kloppen (waarschijnlijk een kapotte of aanlopende tweeter). Zaterdagmorgen is toen besloten om een paar prive speakers op te halen en daar mee te gaan draaien. Tijd om in te stellen was er niet. De show must go on natuurlijk. Dus één keer automatisch inregelen en dat was het dan. Met deze instelling is de hele show gespeeld. Bij Guidotron heeft het toch een dusdanige indruk gemaakt, dat deze nu dealer is van Trinnov.

 

:)

Link to comment
Share on other sites

Dank je wel voor je antwoord. :)

 

Lees ik het goed dat je stelt dat een automatische DSP prima werkt <500Hz maar dat daarboven een met handmatig ingestelde DSP een betere resolutie verkregen kan worden omdat een automatische DSP niet goed weet hoe hij correcties moet doen in het midden en hoog en tophoog? Over welke frequenties hebben we het nu?

 

Midhoog en tophoog zitten zo rond vanaf / boven de 1200Hz?

frequency-bands.jpg

 

Wat ik nog even niet snap in deze gedachtegang is: digitale correcties in het mid- en tophoog zijn toch alleen effectief indien deze in de tijd zouden gebeuren, en dat doen zowel de gangbare automatische DSP-s als de handmatige DSPs niet (behalve die Franse DSP)?

 

Als je een automatische DSP combineert met absorptie voor midhoog/tophoog en de automatische DSP corrigeert tot waar het nodig is - dan zou deze weinig moeten doen in het hoog/tophoog en dan lijkt het me dat eventuele resolutieverschillen tussen een handmatig ingestelde DSP en een automatische DSP weinig voorstellen.

 

Mijn vraag is:

 

Zijn die resolutieverschillen tussen de twee soorten DSP-s hoorbaarder in een galmbak dan in een luisterrruimte met fysieke aanpassingen? En zo nee: is dit verschil dan vooral meettechnisch en theoretisch, of ook hoorbaar?

 

Ik denk aan mijn thuissituatie waarin ik een Lyngdorf DSP gebruik en ik mis hier geen enkel detail (resolutie - verfijning) dat (die) ik gehoord zou moeten kunnen hebben op sets met- en zonder manueel ingestelde DSP-s. En ik heb best wat sets beluisterd. Ik draai ik het om: ik heb het idee dat de resolutie (mate van detail en plaatsing) hier ehm.. toch wel goed is.

 

Mocht het verschil in mijn situatie met een handmatige DSP hoorbaar zijn in resolutie, dan gaat de Lyngdorf eruit. Resolutie is toch wel belangrijk..

 

Hierna hou ik erover op :)

Link to comment
Share on other sites

DSP is gewoon tijdvertragend en dat maakt een geweldige indruk op mensen die bijna of nooit luisteren ,het maakt tov orgineel een verdikind  en vervormend geluid, hij voegt wat bij wat niet bestaat.

Daarnaast maken ze ook nog een speaker die flut is een opeen stappeling van blunders waar de DSP harder moet werken als normaal.

Hun menen dat DSP zaligmakend ,jammer voorlopig nog niet .

Abdon digi kan tot 2 khz en daarna is het prut.

Wadia kwam niet verder dan 18 khz en de mensen klaagden nog erover

 

mvg wol

Link to comment
Share on other sites

Dank je wel voor je antwoord.  :)

 

Lees ik het goed dat je stelt dat een automatische DSP prima werkt <500Hz maar dat daarboven een met handmatig ingestelde DSP een betere resolutie verkregen kan worden omdat een automatische DSP niet goed weet hoe hij correcties moet doen in het midden en hoog en tophoog? Over welke frequenties hebben we het nu?

 

Midhoog en tophoog zitten zo rond vanaf / boven de 1200Hz?

frequency-bands.jpg

 

Graag verwijs ik je door naar dit artikel, waarin wordt uitgelegd waarom lage tonen zich in een kamer zo anders gedragen dan hogere tonen. De frequentie waarbij de verandering optreedt, wordt de Schroederfrequentie genoemd. Deze frequentie ligt doorgaans ergens tussen 150 en 400 hz, afhankelijk van de afmetingen en de mate van demping in de kamer. 

 

Generaliserend: Onder 100 hz kun je in principe EQ toepassen om de curve helemaal vlak te maken. Boven 100 hz beginnen discrete reflecties ook een rol te spelen, dus moet je iets voorzichtiger zijn, boven ongeveer 400 hz spelen staande golven amper nog een rol. Overigens betekent dat niet dat je dan geen ruimtecorrectie meer moet toepassen, maar je moet een stuk voorzichtiger zijn. Het corrigeren van een dip als gevolg van de vloerreflectie is in specifieke situaties bijvoorbeeld goed verdedigbaar. 

 

 

Wat ik nog even niet snap in deze gedachtegang is: digitale correcties in het mid- en tophoog zijn toch alleen effectief indien deze in de tijd zouden gebeuren, en dat doen zowel de gangbare automatische DSP-s als de handmatige DSPs niet (behalve die Franse DSP)?

Correcties in tijd zijn vooral op papier heel mooi. Je meet op een locatie in de kamer, past zogenaamde FIR-filtering toe en de impulsrespons lijkt wel haast ideaal. Het probleem in dezen is dat een microfoon geen onderscheid maakt in richting, terwijl ons gehoor dat wel doet. Je kunt door correcties in het tijddomein toe te passen bijvoorbeeld een zijwandreflectie 'cancelen'. In de meting zie je niets, maar die reflectie treedt in de ruimte nog wel degelijk op. Correctie maakt de reflectie dan ook niet per definitie onhoorbaar en het kan zelfs voor vreemde, onnatuurlijke artefacten in de klank zorgen.

 

Een ander probleem van correcties in het tijddomein, met name bij hogere frequenties waar je te maken hebt met korte golflengtes, is dat de correctie maar voor één specifieke locatie correct is. Als je je niet op die ideale positie bevindt, bereiken zowel de originele reflectie als de op het verkeerde moment aankomende correctie je oren. Dat brengt je van de regen in de drup.

 

Naar mijn mening zijn correcties in het tijddomein technisch gezien heel elegant (je krijgt prachtige meetplaatjes), maar moet je heel voorzichtig zijn met toepassing in de praktijk. Psychoakoestisch gezien zie ik te veel nadelen. 

 

 

Als je een automatische DSP combineert met absorptie voor midhoog/tophoog en de automatische DSP corrigeert tot waar het nodig is - dan zou deze weinig moeten doen in het hoog/tophoog en dan lijkt het me dat eventuele resolutieverschillen tussen een handmatig ingestelde DSP en een automatische DSP weinig voorstellen.

Als je gebruik maakt van goed ontworpen luidsprekers en deze vrij opstelt in een kamer met een goede akoestiek, dan is correctie vanaf een paar honderd hertz overbodig. Ruimtecorrectie is met name nuttig in het laag en in het overgangsgebied rond de Schroederfrequentie.

 

 

Mijn vraag is:

 

Zijn die resolutieverschillen tussen de twee soorten DSP-s hoorbaarder in een galmbak dan in een luisterrruimte met fysieke aanpassingen? En zo nee: is dit verschil dan vooral meettechnisch en theoretisch, of ook hoorbaar?

Die resolutie is met name van belang in het laag, waar je staande golven accuraat wilt corrigeren. In een kamer met veel demping in het laag, zijn staande golven meer gedempt en kun je in principe toe met minder precieze correctiefilters.

 

Ik denk aan mijn thuissituatie waarin ik een Lyngdorf DSP gebruik en ik mis hier geen enkel detail (resolutie - verfijning) dat (die) ik gehoord zou moeten kunnen hebben op sets met- en zonder manueel ingestelde DSP-s. En ik heb best wat sets beluisterd. Ik draai ik het om: ik heb het idee dat de resolutie (mate van detail en plaatsing) hier ehm.. toch wel goed is.

 

Mocht het verschil in mijn situatie met een handmatige DSP hoorbaar zijn in resolutie, dan gaat de Lyngdorf eruit. Resolutie is toch wel belangrijk..

 

Hierna hou ik erover op  :)

Met de resolutie bedoel ik niet hoe gedetailleerd je set klinkt. Ik doel daarmee op hoe nauwkeurig de DSP bepaalde resonanties kan corrigeren. Zie hieronder een voorbeeld:

 

2lt4xap.jpg

 

Je ziet hier de frequentierespons op de luisterplek voor en na automatische digitale correctie. Bij 46 hertz zit een flinke staande golf, die zorgt voor een piek van bijna 15 dB. De DSP reduceert die piek aanzienlijk. Toch zie je nog enige onregelmatigheid, met een klein piekje op 46 hertz en een extra piekje op 54 hertz. Dit had nauwkeuriger gecorrigeerd kunnen worden. De vraag is of dit residu hoorbaar is. Ik denk dat het bij bepaalde nummers hoorbaar kan zijn, maar ik betwijfel of het echt storend is. 

 

Link to comment
Share on other sites

Ik had deze definitie in gedachten: "De resolutie bij geluidsmetingen is de fijnheid waarmee het geluidsspectrum uiteengerafeld wordt. Een ander woord voor resolutie is oplossend vermogen." -> Wiki.

 

En wat je meet moet je kunnen horen. Ik ging ervan uit dat een uiteengerafeld geluidsbeeld leidt tot een hoorbaar gedetailleerd geluidsbeeld, omdat details dan niet opgaan in een door reflecties veroorzaakt rommelig geluid, en dacht hierbij idd niet aan de <500hz frequenties.

 

Alweer bedankt :)

Link to comment
Share on other sites

Vanaf 700 hz globaal en lager kun je al problemen verwachten,ik ben vast van overtuigd dat meer de electronica DSP het geluid zal aantasten .

Maar die beweren maak niks uit welke speaker je hebt met DSP los je het op ,dom geklets

Vroeger had je netfilters nu is het DSP filtering het is hot meer niet en niet minder.

Misschien een volgend idee een DSP voor je element op te waarderen :) ja want die haalt meer uit de elpee  :D

 

mvg wol

Link to comment
Share on other sites

Helemaal niet zo'n gek idee, dan kan die DSP ook gelijk de RIAA correctie doen

De sabre dac chips kunnen dat.

Daar kan je dus een ADC voor zetten en op de Dac chip zelf de riaa en het volume in het digitale domijn laten aanpassen.

De Riaa heb ik nog niet gehoord maar de digitale volumeregelaardac wel klinkt nog niet eens zo heel gek maar om dan een Adc na je platen draaierd te zetten gaat mij nog iets te ver.

De max haalbare S/N ratio is op papier overigens wel heel erg goed.

Menig phono versterker zal dat niet halen.

Link to comment
Share on other sites

Maak het maar spannend  :D

Over digitale volume regelaar gesproken hoor het het verschil als die uit staat en als die in staat.

Ook in digitaal hoor je verschillen in hardware en eigelijk mag het niet met eentjes en nulletjes,dus digitaal is in audio niet zallig maakend

mvg wol

Link to comment
Share on other sites

Treshold, zet hem maar eens naast bloemetje speaker van Arden,dat wil ik wel eens mee maken.

 

mvg wol

Bloemetje luidspreker kun je maken met een 15 inch PA woofer van 300 Euro (Usher, Intertechnik,TAD+bijbetalen). Daarop een Celestion driver met Monacor hoorntje. Kan niet beter.

Maar die waffert moet je niet door laten lopen tot ver in het middengebied. Dat kleurt en vervormt, hikt en boert en kwaakt zoals het bloemetje. Het heeft zeker iets aparts, ik heb zelf jaren naar een grote Tannoy geluisterd, maar uiteindelijk wil je beter.

De 12 of 15 inch woofer die niet vervormt in het midden moet nog ontwikkeld worden. 

Link to comment
Share on other sites

Trshold niet overdrijven.ik heb bloemmetjes  gehoord van 20 cq 25 cm en zonder DSP klonk het al super, echte monitors.

mvg wol

 

Ps Die moeten eerst eens leren hoe ze een box bouwen  :mad2:

Link to comment
Share on other sites

Gister naar dit systeem geluisterd.

Lijkt veel op wat Martijn wil gaan aanbieden.

Behalve dan dat de DSP alleen op het laag zit en er gebruikt wordt gemaakt van een open systeem.

Niet heel lang naar geluisterd maar is zeker niet verkeerd

We hebben elkaar gemist. Ik heb dat setje gisteren ook gehoord.

Wat jij "niet verkeerd" noemt, vond ik toch echt gewoon slecht.

Veel te veel op detail gemikt. Daardoor onnatuurlijk fel en scherp in het hoog.

Vond ik die Philipsjes van donderdagavond veel beter.

 

Groet,

 

Leobus

Link to comment
Share on other sites

(...) Die moeten eerst eens leren hoe ze een box bouwen  :mad2:

 

Deze opmerking van Wol komt overeen met een eerdere verzuchting van Vintage.

En hij behelst een kern van waarheid:

Naarmate men betere luidsprekers heeft, zal men minder behoefte hebben aan DSP (of een andere vorm van correctie).

 

Hetzelfde geldt natuurlijk voor akoestiek:

Naarmate men een betere akoestiek heeft, zal men minder behoefte hebben aan DSP (of een andere vorm van correctie).

En wanneer men goede luidsprekers combineert met een goede akoestiek, zal de behoefte aan DSP vanzelfsprekend minimaal zijn.

 

Bij de indrukwekkende DSP demonstratie die ik bij Bruno Putzeys onderging, werden goede luidsprekers gebruikt.

En de akoestiek was ook prima.

Je vraagt je dan af: hoe zou zulk spul zich houden in de fietsenkelderakoestiek van de gemiddelde Nederlandse doorzonwoning?

Je wéét 't niet, je wéét 't niet...

 

In 1968 verschenen de Philips MFB (Motional FeedBack) luidsprekers.

Het uitslingeringsgedrag van de basconussen werd gemeten door een versnellingsopnemertje op de conus.

Het signaal van het opnemertje werd door het actieve systeem vergeleken met het uitgangssignaal van de wooferversterker, waarna al dan niet een correctiesignaal werd gegenereerd.

Heel slim idee, van H.H. Technici.

Er zijn nu nog steeds MFB freaks, die van niets anders willen horen. ( http://www.mfbfreaks.nl )

 

Spido vond het allemaal veel te ingewikkeld.

"Een goede luidspreker heeft zulke flauwekul niet nodig," zei hij.

Bovendien klonk het systeem helemaal niet overuigend:

de MFB luidsprekertjes konden het originele signaal al niet goed weergeven... maar de correcties evenmin!

 

Een zwak punt van MFB was dat wel het mechanische uitslingeringsgedrag van de woofer werd gemeten,

maar niet het akoestisch product (het geluid) van de luidspreker.

In dat akoestisch product spelen nog veel meer aspecten mee, zoals interferenties van de basluidspreker met de andere luidsprekerunits in het systeem (looptijdverschillen, fasefouten/-tegenstellingen) en bijvoorbeeld het kastgeluid (paneeltrillingen).

 

Om zoiets wèl mogelijk te maken, zou men op enige afstand van elke luidspreker een meetmicrofoon kunnen plaatsen, die constant opnames maakt van het afgegeven geluid, om dit op MFB-achtige wijze terug te voeren teneinde het te laten controleren en corrigeren.

Elke luidspreker maakt in zijn directe omgeving voor alle frequenties die hij weergeeft een "buik" (maximale luchtbeweging), zodat zgn. near-field opnames kunnen worden gemaakt.

(Alleen bij de luidsprekers van Ravon en Plaatjesdraaier zal dat wel anders zijn...   ;) )

 

Maar hier dringt zich meteen een probleem op: het akoestisch product van de luidspreker zou moeten worden gemeten op de akoestische as (luister-as), en op deze as is de faseverhouding van de units in het luidsprekersysteem afhankelijk van de afstand / looptijd.

Het zou natuurlijk ideaal zijn als die meetmicrofoon zou meeluisteren vlak bij de luisterplaats... als de lucht tussen luidspreker(s) en oor (oren) niet zo'n traag transmissiemedium was, zodat correctie van alle snelle geluiden sowieso te laat zou komen!  :unsure:

 

In de jaren '70 van de vorige eeuw ontdekte men hoe het kwam dat twee luidsprekers met nagenoeg dezelfde frequentiekarakteristiek met muziekmateriaal toch heel verschillend konden klinken.

Meestal was de belangrijkste oorzaak: vertraagde resonanties. Na-ijlingen.

Bij het meten van een sinussweep kwam dat niet uit de verf.

Roze ruis met spectrum analyse bracht al veel meer aan het licht.

En nog veel meer werd duidelijk bij ruisbursts in combinatie met FFT en het uitzetten van het luidsprekergedrag in plakjes tijd (waterval-diagrammen / cumulatieve decay spectrums).

 

In de digitale luidsprekers (DSS 940) die Philips tegen het midden van de jaren negentig op de markt bracht, hield de DSP-techniek zich ook alleen bezig met wat je "binnenlandse zaken" zou kunnen noemen: fase- en andere overnamefouten, kastresonanties e.d.

Al een sprong voorwaarts, deze techniek, maar in feite werd er geen correctie uitgevoerd op de akoestische prestatie zelf.

Op het geluid in de luisterruimte, dus. http://www.opusklassiek.nl/audio/audio-aw/philipsdss940.htm

Bovendien, alweer: bij goede luidsprekers - in zeer stijve, resonantie-arme behuizingen en met minimum fase wisselfilters - in een goede akoestiek - zonder flutter-echo's, gedreun en gekreun - is dat allemaal niet nodig.

 

De huidige DSP-technologie maakt, voor zover ik weet, gebruik van roze ruis en spectrum analyse van de ruimte-akoestiek om de instelling van het actieve luidsprekersysteem te bepalen.

Dat lijkt me, als goede luidsprekers en een goede akoestiek nog niet voldoende zouden zijn, geen slecht uitgangspunt.

Eigenlijk wijkt dit ook niet essentieel af van de manier waarop men met conventionele equalizers probeerde de nadelige invloeden van de akoestiek te verminderen.

Maar eigenlijk zou ook het akoestisch gedrag van de ruimte in het tijdsdomein een rol moeten spelen.

Het uitsterf-patroon van de ruis in de betreffende ruimte, dus.

Want net als bij luidsprekers, kan een moment-opname bedrieglijk zijn.

Na-ijling, vertraagde resonanties, kunnen ook hier alles bepalend (d.i. alles bedervend) zijn.

Link to comment
Share on other sites

Threshold, toch heb ik ervaring met meerdere 12" mids en midwoofers die het prima doen tot pak 'm beet 1k!

 

Ja die bestaan. Prima is dan een rechte karakteristiek en nauwelijks resonanties. Maar in de vervormingsplaatjes zie je dan wel zaken die zeker hoorbaar zijn. Dat kan een bepaalde 'sound' maken, zoals ik heb ervaren met een 12" Tannoy. Best goed als ze worden gecorrigeerd. Maar als ik dan zo'n mooie & geslaagde Accuton combinatie hoorde dan wil je dat uiteindelijk. Ook mijn Yamaha's (NS1000) hadden iets vanzelfsprekends in het midden met detail en totale openheid wat de Tannoy gewoon niet na kan doen. Nu weet ik hoe dat deels komt: extreem lage vervorming.

Link to comment
Share on other sites

Ja die bestaan. Prima is dan een rechte karakteristiek en nauwelijks resonanties. Maar in de vervormingsplaatjes zie je dan wel zaken die zeker hoorbaar zijn. Dat kan een bepaalde 'sound' maken, zoals ik heb ervaren met een 12" Tannoy. Best goed als ze worden gecorrigeerd. Maar als ik dan zo'n mooie & geslaagde Accuton combinatie hoorde dan wil je dat uiteindelijk. Ook mijn Yamaha's (NS1000) hadden iets vanzelfsprekends in het midden met detail en totale openheid wat de Tannoy gewoon niet na kan doen. Nu weet ik hoe dat deels komt: extreem lage vervorming.

Grote drivers voor lage tonen. Kleine drivers voor hogere tonen. Da's simpele Natuurkunde. Andersom gaat niet werken.

Luidsprekerbouwers sluiten compromissen.

Link to comment
Share on other sites

Create an account or sign in to comment

You need to be a member in order to leave a comment

Create an account

Sign up for a new account in our community. It's easy!

Register a new account

Sign in

Already have an account? Sign in here.

Sign In Now
 Share

×
×
  • Create New...