Jump to content

Wow en flutter meten bij TT zegt weinig?


Pjotr
 Share

Recommended Posts

Hallo,

 

Haudio heeft hier wel eens cijfertjes neer gezet van de wow en flutter (wef) van een platenspeler ivb met de wonderbare eigenschappen van de magnetische koppeling van Transrotor. Die zou de wef dramatisch verminderen. Maar zeggen zulke cijfers wat? Die meting wordt gedaan met een constante toon op een testplaat. Zo'n toon heeft tot gevolg dat het plateau een constante weerstand ondervindt ten gevolge van de groefmodulatie en kan zo erg lage cijfertjes opleveren. Echter muziek heeft een sterk varierende groefmodulatie waardoor de plaat, en dus het plateau, met een varierende kracht "tegen gehouden" wordt en daardoor in snelheid enigszins varieert.

 

M.i. zegt zo'n meting met een constante testtoon dus weinig over de wef bij het afspelen van een plaat waar we muzikaal plezier aan willen beleven. Eigenlijk zouden we een testplaat moeten hebben waar zowel een constante toon op staat om de wef te kunnen meten en een in amplitude sterk varierende toon. Je zou dan met twee armen tegelijk beide tonen moeten aftasten om werkelijk iets zinnigs over de wef te kunnen zeggen door meting.

 

Een wef meting met een constante testtoon mag dan bij een casetterecorder geldig zijn, bij een platenspeler is ie mi onbruikbaar.

 

Op grond van die snelheidsmodulatie heeft Dps voor een heel andere aanpak gekozen. N.l. een high torque motor icm met een lager met een hoge wrijving waardoor de invloed van de groefmodulatie minder zou worden. Heb zo'n Dps nooit gehoord dus of dat een verbetering tov een high mass tafel is weet ik niet.

 

Dps concept

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Beseffen we wel dat de arm/ element-combinatie -de kern van een draaitafel- een belangrijk aandeel heeft in het meetresultaat?

 

Gevolg: een zelfde loopwerk, maar een andere arm/ element- combo geeft een heel ander meetresultaat voor wow/ flutter en rumble.

 

De resultaten zeggen zowat meer over de arm/ element- match dan over het loopwerk.

 

De meting gaat altijd nog via het element.

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck

mooie draaitafel om te zien.

 

Het eerste wat mij te binnen schiet bij de aanpak van Willi Bauer en zijn frictie-plateau is of dit systeem niet gevoelig is voor slijtage; hoe bereikt hij die frictie?

 

de wef metingen bij een plateau met hoge massa en een constante testtoon vergeleken met een variabele testtoon en eventueel andere waarden; ik kan me haast niet voorstellen dat dit grote verschillen oplevert, zeker niet bij de huidige elementen met een afspeelgewicht van 1,2 - 2,2 gram.

de techneuten kunnen vast wel uitrekenen welke trekkrachten hierbij optreden en tot welke verschillen dit op papier aanleiding zou kunnen geven.

Wat mij ook daarbij te binnen schiet is deze mooie formule van Mr E=Mc2;

w=(u+v)/1+uv/c2.

u en v zijn 2 willekeurige snelheden; w het onderlinge verschil en wat c is weet iedereen. bij deze formule is dus c+c=c.

in de meeste gevallen is naar mijn idee bij een plateau met hoge massa de invloed van de frequentie van de testtoon niet relevant

Link to comment
Share on other sites

Tuurlijk Jan. Maar daar ging het niet over. Ga er wel van uit dat de arm element combo van goede kwaliteit is, goed afgesteld is en de arm niet in zijn lagers ligt te rammelen.

 

@ Kraus,

 

Mijn draaitafel draait niet met de lichtsnelheid rond hoor :lol: Overigens een niet slijtende mechanische weerstand is met een flinke lik dik vet (siliconen vet) wel voor elkaar te krijgen,

 

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck

geen inhoudelijk antwoord omdat mijn verstand bij deze dingen al snel stilstaat.

 

de formule van einstein omdat deze is bedacht omdat de lichtsnelheid in de meeste gevallen irrelevant is en de frequentie van de testtoon naar mijn idee ook; ben wel benieuwd naar de theoretische waarden.

 

een zwak punt zou kunnen zijn de constantheid (op lange en korte termijn) van de frictie; gebeurt dit inderdaad met een soort vet of vloeistof?

Link to comment
Share on other sites

een zwak punt zou kunnen zijn de constantheid (op lange en korte termijn) van de frictie; gebeurt dit inderdaad met een soort vet of vloeistof?

Hoi Kraus,

 

Hoe dat zit bij dps verklappen ze niet maar een vloeistofrem kan erg constant zijn. Ook een wervelstroomrem (magnetisch) kan een erg constante remkracht leveren.

 

Het gaat hier eigenlijk meer om de wow, de laagfrequente variaties en niet zozeeer om de flutter, variaties met een hogere frequentie. Dat die laag zijn bij een hoge massa plateau is wel duidelijk anders zou je het ook direct moeten horen. Het gaat mij om tafels waar het al heel laag is en nog eens extra moeite wordt gedaan om het nog lager te krijgen. Denk dat je dan de invloed van die varierende groefmodulatie niet meer mag verwaarlozen. Daar krijg je alleen antwoord op door het ook daadwerkelijk te meten en te bekijken wat die groefmodulatie doet tov motorvariaties.

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck

Ik zit er eigenlijk al de hele middag over te piekeren (fijne vraag dus ;) ).

 

Bij een massaplateau is de truc de massatraagheid en de kracht die nodig is om de draaisnelheild van de plateau/motorcombinatie te beinvloeden.

Hoe groter de massa van het plateau, hoe lichter de motor en hoe wrijvingslozer het lagerdes te regelmatiger en stabieler draait het geval.

De truc is een mooi motortje met geringe kracht en een zoveel mogelijk ontkoppelde aandrijving. Op die manier profiteer je maximaal van de massatraagheid van het plateau. De krachten die er op inwerken zijn zwaartekracht (constant), luchtwrijving (constant bij gelijke temperatuur en vochtigheid), lagerwrijving (constant bij een fatsoenlijk lager), de aandrijving( motorvariaties en de overbrenging ervan op het plateau; variabel) en de wrijvingskrachten tussen naald en groef (constant bij dezelfde frequentie; variabel bij verschillende frequenties).

Er is een grens waarbij de massatraagheid van het plateau zo groot is dat die wrijvingskrachten tussen naald en groef zo klein zijn dat ze het hele systeem niet meer kunnen beinvloeden.

Het zware plateau heeft ook een vliegwielwerking op het motortje en bij voldoende ontkoppeling tussen motor en plateau zijn de wow en flutterwaarden nooit weg maar wel mooi laag)

Zo draait de aarde ook niet altijd door een heelal met exact dezelfde dichtheid maar zijn die dichtheidvariaties zo klein dat zij geen verschil kunnen brengen in de omloopsnelheid.

Die wrijvingskrachten van de naald varieren, maar op korte termijn; als zij invloed hebben op de snelheid van het plateau, dan leidt dit mi altijd tot hogere flutterwaarden en hebben ze geen invloed op de wow, de variaties op lange termijn.

De kracht van het massaloopwerk zit in essentie in de massatraagheid van het plateau en zolang de krachten die er op in werken niet relevant zijn om invloed te hebben, dan draait het plateau constant.

Dit systeem lijkt mij goed beheersbaar.

 

Het DPS systeem is een systeem onder spanning, zo komt mij voor; de wrijving van het lager moet constant overwonnen worden door de aandrijving. In geval aandrijving en wrijving in evenwicht zijn, staat het plateau stil. De wrijving moet dus constant met eenzelfde kracht overwonnen worden om het plateau draaiende te houden. In zo'n geval worden hoge eisen gesteld aan de motor en de stroomvoorziening, de overbrenging (daar zegt DPS wel iets over: een platte riem) en de wrijvingsweerstand in het lager.

Zijn al die drie krachten erg hoog dan is het natuurlijk zo dat geringe externe krachten geen invloed hebben op het systeem zelf, maar hier geldt toch dat hoe hoger de krachten die in werking zijn, hoe hoger de eisen aan het systeem asl zodanig en gevoelsmatig zou ik zeggen: vragen om moeilijkheden. Het werkt zo lang het werkt, maar hoe lang werkt het?

Link to comment
Share on other sites

Hallo,

 

Haudio heeft hier wel eens cijfertjes neer gezet van de wow en flutter (wef) van een platenspeler ivb met de wonderbare eigenschappen van de magnetische koppeling van Transrotor. Die zou de wef dramatisch verminderen. Maar zeggen zulke cijfers wat? Die meting wordt gedaan met een constante toon op een testplaat. Zo'n toon heeft tot gevolg dat het plateau een constante weerstand ondervindt ten gevolge van de groefmodulatie en kan zo erg lage cijfertjes opleveren. Echter muziek heeft een sterk varierende groefmodulatie waardoor de plaat, en dus het plateau, met een varierende kracht "tegen gehouden" wordt en daardoor in snelheid enigszins varieert.

 

M.i. zegt zo'n meting met een constante testtoon dus weinig over de wef bij het afspelen van een plaat waar we muzikaal plezier aan willen beleven. Eigenlijk zouden we een testplaat moeten hebben waar zowel een constante toon op staat om de wef te kunnen meten en een in amplitude sterk varierende toon. Je zou dan met twee armen tegelijk beide tonen moeten aftasten om werkelijk iets zinnigs over de wef te kunnen zeggen door meting.

 

Een wef meting met een constante testtoon mag dan bij een casetterecorder geldig zijn, bij een platenspeler is ie mi onbruikbaar.

 

Op grond van die snelheidsmodulatie heeft Dps voor een heel andere aanpak gekozen. N.l. een high torque motor icm met een lager met een hoge wrijving waardoor de invloed van de groefmodulatie minder zou worden. Heb zo'n Dps nooit gehoord dus of dat een verbetering tov een high mass tafel is weet ik niet.

 

Dps concept

 

;)

Het lager is echt wel stil.

De motor maakt "lawaai".

Transrotor omzeild dit lawaai met een magneet koppeling.( volgens de metingen van haudio lukt dit dus )

Tiefenbrunn van Linn heeft in het verleden dit euvel wel eens bestreden met een zekere hoeveelheid "slip" op de aandrijfriem.( daar ken ik geen resultaten van)

DPS zoekt het kennelijk in een soortgelijke oplossing met behulp van een taai smeermiddel.

Maar het probleem blijft : hoe verkrijg je een perfecte motor sturing?

 

Wie het weet mag het zeggen.

 

Voorlopig blijf ik U het antwoord schuldig. :(

Link to comment
Share on other sites

Hallo Kraus,

 

In grote lijnen ga ik met je mee. En dat het dps systeem nodeloos kristisch is ben ik met je eens. Er zit ook een flinke motorsturing bij. Maar .........

 

.......en de wrijvingskrachten tussen naald en groef (constant bij dezelfde frequentie; variabel bij verschillende frequenties).

Dit bedoel ik niet. Wat ik bedoel is de diepte van de groefmodulatie: Bij zachte passages een kleine groefuitwijking: lage weerstand en bij luide passages een grote groefuitwijking: hogere weerstand. Dat levert dus laagfrequente variaties op (wow) die maar gedeeltelijk door de massatraagheid opgevangen kunnen worden.

 

Maar het probleem blijft : hoe verkrijg je een perfecte motor sturing?

Heb daar wel wat ideeen over. De doorgaans gebruikte synchrone motoren hebben het nadeel van torque/snelheids ripple die met veel kunst en vliegwerk weggeisoleerd moet worden. Alternatief is een lo power a-synchrone 2 phase motor. Die kunnen heel erg constant lopen en heel erg trillingsvrij. Nadeel is dat de snelheid niet exact bepaald is zoals bij een synchrone motor. De snelheid moet dus gemeten worden met een pulsencoder ozi. Adh daarvan stuurt dan de motorsturing precies genoeg energie de motor in om de boel op de juiste snelheid te houden. Zo benut je dan optimaal de vliegwielwerking van het plateau en zijn truken als een magnetische koppeling niet nodig.

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck
Maar het probleem blijft : hoe verkrijg je een perfecte motor sturing?

Heb daar wel wat ideeen over. De doorgaans gebruikte synchrone motoren hebben het nadeel van torque/snelheids ripple die met veel kunst en vliegwerk weggeisoleerd moet worden. Alternatief is een lo power a-synchrone 2 phase motor. Die kunnen heel erg constant lopen en heel erg trillingsvrij. Nadeel is dat de snelheid niet exact bepaald is zoals bij een synchrone motor. De snelheid moet dus gemeten worden met een pulsencoder ozi. Adh daarvan stuurt dan de motorsturing precies genoeg energie de motor in om de boel op de juiste snelheid te houden. Zo benut je dan optimaal de vliegwielwerking van het plateau en zijn truken als een magnetische koppeling niet nodig.

 

;)

Maar zo'n motorsturingssysteem is een dynamisch systeem en kent dus afwijkingen en introduceert zijn eigen variaties; de magneetkoppelling kent dat bezwaar niet.

 

Ik wil overigens niet TR, het massaloopwerk of de TMD verdedigen maar het komt mij toch voor dat DPS het probleem wel grondig wil aanpakken maar daarbij zoveel inherente problemen oproept dat ik gevoelsmatig veel meer voor de simpele en elegantie "massa-aanpak" zou kiezen.

Maar de meetwaarden zouden het moeten uitwijzen.

 

Nieuw voor mij is overigens dat de naald de groef zowel in een horizontaal vlak als in een vertikaal vlak aftast.

Of zakt bij luide passages de naald gewoon verder in de groef en that's it?

Ik verkeerde in de veronderstelling dat bij stereo-opnamen de wanden van de groef worden afgetast (horizontaal) en dat bij de oude mono-opnamen de bodem van de groef gevolgd wordt (verticale aftasting).

Link to comment
Share on other sites

Maar zo'n motorsturingssysteem is een dynamisch systeem en kent dus afwijkingen en introduceert zijn eigen variaties; de magneetkoppelling kent dat bezwaar niet.

Zo'n regelsysteem kan heel tam zijn, er hoeft nl net zoveel energie de motor in zodat ie net op snelheid blijft. Die variaties zijn dan echt heel goed in de hand te houden zonder overshoot of "zwabberen". Vergeet ook niet dat zo'n magneetkoppeling het bezwaar heeft dat het een extra massa-veer syteem introduceert met ook weer een eigen laagfrequente resonantie en is dus in principe zeker niet vrij van variaties, alhoewel ik wel het idee heb dat TR het goed onder de knie heeft gekregen.

 

Ik verkeerde in de veronderstelling dat bij stereo-opnamen de wanden van de groef worden afgetast (horizontaal) en dat bij de oude mono-opnamen de bodem van de groef gevolgd wordt (verticale aftasting).

De wanden worden sowieso afgetast. Bij de moderne microgroef staan die onder 45 graden. Bij vroegere 78 toeren platen was de modulatie idd meestal horizontaal maar er zijn ook platen waarbij de modulatie vertikaal in de groef stond. En volgens mij staat bij de Edison rollen de modulatie ook verticaal in de groef.

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck

Bij DPS (het het betekent kennellijk gewoon "Die PlattenSpieler ;) ) maken ze kennelijk van die motor ook wel iets bijzonders want de upgrade van de gewone motor naar een 3-fasen motor + sturing is maar liefst

Link to comment
Share on other sites

  • 2 weeks later...
Guest Kraus vonBentinck
Hallo,

 

Haudio heeft hier wel eens cijfertjes neer gezet van de wow en flutter (wef) van een platenspeler ivb met de wonderbare eigenschappen van de magnetische koppeling van Transrotor. Die zou de wef dramatisch verminderen. Maar zeggen zulke cijfers wat? Die meting wordt gedaan met een constante toon op een testplaat. Zo'n toon heeft tot gevolg dat het plateau een constante weerstand ondervindt ten gevolge van de groefmodulatie en kan zo erg lage cijfertjes opleveren. Echter muziek heeft een sterk varierende groefmodulatie waardoor de plaat, en dus het plateau, met een varierende kracht "tegen gehouden" wordt en daardoor in snelheid enigszins varieert.

 

M.i. zegt zo'n meting met een constante testtoon dus weinig over de wef bij het afspelen van een plaat waar we muzikaal plezier aan willen beleven. Eigenlijk zouden we een testplaat moeten hebben waar zowel een constante toon op staat om de wef te kunnen meten en een in amplitude sterk varierende toon. Je zou dan met twee armen tegelijk beide tonen moeten aftasten om werkelijk iets zinnigs over de wef te kunnen zeggen door meting.

 

Een wef meting met een constante testtoon mag dan bij een casetterecorder geldig zijn, bij een platenspeler is ie mi onbruikbaar.

 

Op grond van die snelheidsmodulatie heeft Dps voor een heel andere aanpak gekozen. N.l. een high torque motor icm met een lager met een hoge wrijving waardoor de invloed van de groefmodulatie minder zou worden. Heb zo'n Dps nooit gehoord dus of dat een verbetering tov een high mass tafel is weet ik niet.

 

Dps concept

 

;)

Toevallig lees ik net iets over dit probleem op het AAA forum; daar geeft iemand de tip; riem afnemen, naald in de aanloopgroef en plateau met de hand op gang brengen; zo gauw de naald in de gemoduleerde groeven komt, is visueel vast te stellen dat de draaisnelheid van het plateau veel sneller afneemt. De oplossing die hiervoor wordt gegeven: driemotorenaandrijving.

Eigenlijk is het denkbaar dat bij de TMD aandrijving de flutterwaarden als gevolg van de constant wisselende "dragforce" eerder toe- dan afnemen omdat de koppeling tussen plateau en aandrijving immers niet vast is.

Weliswaar nemen daardoor storende invloeden van onregelmatigheden in de aandrijving af, maar storende invloeden van het plateau/de modulatie zouden juist daardoor kunnen verergeren

 

Gisteren nog wel even een metinkje gedaan:

2 maal 15 minuten (identieke) audio analoog opgenomen van de CD speler en 2 x 15 minuten identieke audio opgenomen van de draaitafel.

De beide CD-wavefiles en de beide draaitafel-wavefiles vervolgens naast elkaar gelegd en bij de CD-speler is de afwijking tussen de twee fragmenten na 900 seconden absoluut 0,0; bij de draaitafel is het verschil na 900 seconden opgelopen tot 0,459 seconden. (een nette waarde voor een draaitafel overigens)

Ik zal de proef met de draaitafel nog eens proberen te herhalen met een constante toon en met een sterk gemoduleerd fragment.

Link to comment
Share on other sites

Hallo Kraus,

 

Drie motoren is hiervoor ook niet de oplossing. Daarmee vermindert het wel iets maar geen ordes van grootte. Het enige waarmee dit goed onder kan te krijgen is is met Direct Drive met een snelheidsservo. Maar jah, dat heeft weer een aantal andere nadelen.

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck

Uit nieuwsgierigheid over de folders

 

als er bij de twee wavefiles na 900 sec een afwijking is ontstaan van 0,459 sec dan is de afwijking in procenten dus 0,459/900*100=+/-0,05%;

moet je de werkelijke wow/flutter dan eigenlijk stellen op 0,05/2=0,025% omdat door de twee files te vergelijken de afwijking verdubbelt of maak ik dan een denkfout?

Link to comment
Share on other sites

Uit nieuwsgierigheid over de folders

 

als er bij de twee wavefiles na 900 sec een afwijking is ontstaan van 0,459 sec dan is de afwijking in procenten dus 0,459/900*100=+/-0,05%;

moet je de werkelijke wow/flutter dan eigenlijk stellen op 0,05/2=0,025% omdat door de twee files te vergelijken de afwijking verdubbelt of maak ik dan een denkfout?

Ha die Kraus,

 

 

Dat komt denk ik heel erg dicht bij de waarheid, want de gemiddelde metingen van een Transrotor met een TDM lager zitten bij mij op 0,03 % dit is met een meetplaat die natuurlijk ook een afwijking heeft.

 

 

MvG,

 

 

Haudio

 

 

:rolleyes:

Link to comment
Share on other sites

Jawel Haudio dat is prachtig en mooi. Maar dat zegt helemaal niets over waar dit draadje ocver gaat, n.l. hoeveel snelheidsvariatie (wow) ontstaat er door de varierende groefmodulatie?

 

Zou leuk zijn om daar ook eens cijfertjes van te zien. Gemiddelden over lange tijd zeggen niet zoveel over de variatie over korte tijd van zeg 1 sec - 10 sec.

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Uit nieuwsgierigheid over de folders

 

als er bij de twee wavefiles na 900 sec een afwijking is ontstaan van 0,459 sec dan is de afwijking in procenten dus 0,459/900*100=+/-0,05%;

moet je de werkelijke wow/flutter dan eigenlijk stellen op 0,05/2=0,025% omdat door de twee files te vergelijken de afwijking verdubbelt of maak ik dan een denkfout?

Is de meting die je hebt gedaan eigenlijk wel een wow meting?

 

Het lijkt mij aannemelijk dat wow zich over zo'n lange periode naar nul uitmiddelt tenzij er sprake is van een langzame (statische) snelheidsverandering door bijvoorbeeld een temperatuurseffect.

 

Als je die meting herhaalt met een constante toon, meet je het tijdsverschil dan door de lengte van twee met de geluidskaart gemaakte .wav bestanden te vergelijken? Doe je verder niets met het signaal?

Link to comment
Share on other sites

Jawel Haudio dat is prachtig en mooi. Maar dat zegt helemaal niets over waar dit draadje ocver gaat, n.l. hoeveel snelheidsvariatie (wow) ontstaat er door de varierende groefmodulatie?

 

Zou leuk zijn om daar ook eens cijfertjes van te zien. Gemiddelden over lange tijd zeggen niet zoveel over de variatie over korte tijd van zeg 1 sec - 10 sec.

 

;)

Precies. Wow is toch gedefinieerd tussen 0,1 Hz en 10 Hz?

 

Ik zou het interessant vinden om die testtoon van Kraus door mijn analyzer met FM demodulator te halen. Kijken welke componenten er in zitten.

Link to comment
Share on other sites

Jawel Haudio dat is prachtig en mooi. Maar dat zegt helemaal niets over waar dit draadje ocver gaat, n.l. hoeveel snelheidsvariatie (wow) ontstaat er door de varierende groefmodulatie?

 

Zou leuk zijn om daar ook eens cijfertjes van te zien. Gemiddelden over lange tijd zeggen niet zoveel over de variatie over korte tijd van zeg 1 sec - 10 sec.

 

;)

Beste Pjotr,

 

 

Is dat belangrijk om te weten ?

 

 

Misschien een keer langs komen, dan kun je het per 1/10 sec zien. ;)

 

 

 

MvG,

 

 

Haudio

Link to comment
Share on other sites

Guest Kraus vonBentinck

Zojuist een gehaast proefje gedaan met een constante testtoon; probleem is dat ik op vinyl, behalve ruis, geen langere constante testtonen heb dan 20 sec.

 

Ik heb het voorlopig als volgt gedaan:

2 x de testtrack afgespeeld en vervolgens de testtrack opnieuw 2x afgepeeld met twee armen tegelijk op de plaat (dat zou een verbubbeling van de invloed van drag moeten geven.

Dat gaat maar om hele kleine files en die heb ik nog niet tot op de draad kunnen vergelijken maar ik meen dat op 20 sec de afwijking tussen 1 en 2 armen 0,005 seconden bedraagt ( dat is op het randje van wat ik nog meten kan).

 

Op de AAA heb ik ook de suggestie gedaan van verslechterende waarden agv de TMD; iemand riep dat dit ook inderdaad het geval was maar die is voorlopig alweer afgezeken door Holger Barske himself ( ging wel over net iets anders; ik ben benieuwd of er daar nog wat uit komt)

Link to comment
Share on other sites

Jawel Haudio dat is prachtig en mooi. Maar dat zegt helemaal niets over waar dit draadje ocver gaat, n.l. hoeveel snelheidsvariatie (wow) ontstaat er door de varierende groefmodulatie?

 

Zou leuk zijn om daar ook eens cijfertjes van te zien. Gemiddelden over lange tijd zeggen niet zoveel over de variatie over korte tijd van zeg 1 sec - 10 sec.

 

;)

Precies. Wow is toch gedefinieerd tussen 0,1 Hz en 10 Hz?

 

Ik zou het interessant vinden om die testtoon van Kraus door mijn analyzer met FM demodulator te halen. Kijken welke componenten er in zitten.

Beste Ravon,

 

 

Dat heb je bij een Michell Orbe al gedaan toch.

 

Met jou dure uitgebreide meetapparatuur :lol:;)

 

 

Daarom heb je geen Orbe aangeschaft maar een Bluenote ;)

 

 

 

MvG,

 

 

Haudio

 

 

:rolleyes:

Link to comment
Share on other sites

Jawel Haudio dat is prachtig en mooi. Maar dat zegt helemaal niets over waar dit draadje ocver gaat, n.l. hoeveel snelheidsvariatie (wow) ontstaat er door de varierende groefmodulatie?

 

Zou leuk zijn om daar ook eens cijfertjes van te zien. Gemiddelden over lange tijd zeggen niet zoveel over de variatie over korte tijd van zeg 1 sec - 10 sec.

 

;)

Precies. Wow is toch gedefinieerd tussen 0,1 Hz en 10 Hz?

 

Ik zou het interessant vinden om die testtoon van Kraus door mijn analyzer met FM demodulator te halen. Kijken welke componenten er in zitten.

Beste Ravon,

 

 

Dat heb je bij een Michell Orbe al gedaan toch.

 

Met jou dure uitgebreide meetapparatuur :lol:;)

 

 

Daarom heb je geen Orbe aangeschaft maar een Bluenote ;)

 

 

 

MvG,

 

 

Haudio

 

 

:rolleyes:

Die Michell, dat was een gammele bak waar geen eer aan te behalen was :D Later heb ik die metingen nog eens herhaald op een testsignaaltje wat van Jacco z'n platenspeler kwam. De variaties daarin waren wat subtieler en mijn analyzer werkt icm mijn home brew demodulator beter dan ik verwacht had.

 

Aan die Bluenote heb ik nog niet gemeten, dat is ook niet echt nodig en dan zou ik ook eerst een testplaat moeten regelen.

Link to comment
Share on other sites

Zojuist een gehaast proefje gedaan met een constante testtoon; probleem is dat ik op vinyl, behalve ruis, geen langere constante testtonen heb dan 20 sec.

 

Ik heb het voorlopig als volgt gedaan:

2 x de testtrack afgespeeld en vervolgens de testtrack opnieuw 2x afgepeeld met twee armen tegelijk op de plaat (dat zou een verbubbeling van de invloed van drag moeten geven.

Dat gaat maar om hele kleine files en die heb ik nog niet tot op de draad kunnen vergelijken maar ik meen dat op 20 sec de afwijking tussen 1 en 2 armen 0,005 seconden bedraagt ( dat is op het randje van wat ik nog meten kan).

 

Op de AAA heb ik ook de suggestie gedaan van verslechterende waarden agv de TMD; iemand riep dat dit ook inderdaad het geval was maar die is voorlopig alweer afgezeken door Holger Barske himself ( ging wel over net iets anders; ik ben benieuwd of er daar nog wat uit komt)

Kraus, als je die 20 seconden testsignaal met je geluidskaart je PC binnenhaalt, opslaat als .wav en naar mij mailt, dan kan ik dat signaaltje door mijn analyzer halen en dan krijg jij van mij een spectrum terug met modulatiefrequenties en bijbehorende modulatiediepte.

Link to comment
Share on other sites

Create an account or sign in to comment

You need to be a member in order to leave a comment

Create an account

Sign up for a new account in our community. It's easy!

Register a new account

Sign in

Already have an account? Sign in here.

Sign In Now
 Share

×
×
  • Create New...