Jump to content

Waarom altijd weer Krell, ML en Bryston


WanFie
 Share

Recommended Posts

Ik zeg alleen dat als er een werkelijk verschil is, dat dat dan meettechnisch aantoonbaar moet zijn.

Ja, dat zou fijn zijn. En dat meen ik echt. Waarom is dat dan niet zo?

Waarom hoor ik dan verschillen die ik meettechnisch niet kan verklaren? En ik ben technisch best wel bekwaam.

 

Ik (en anderen) horen verschillen tussen versterkers die dusdanig groot zijn dat ze niet verklaard kunnen worden door de meetresultaten die cijfers laten zien van -80 dB en beter voor de vervormingscomponenten.

[...]

Ik zou me ook niet beperken tot die eenvoudige metingen. Zeker niet met dummy loads. Maar waarom precies weet ik ook niet, dan ga ik buiten mijn "bevoegdheid". Ik ken die versterkers niet dus ik ga daar niet zo maar iets over roepen.

 

Wel ben ik er van overtuigd dat het een elektrische aangelegenheid is en dat die te meten moet zijn.

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

Wat wel klopt is dat we niet alles weten over de werking van het gehoor.

Fijn, dus kennen we ook de relevantie van hetgeen we bedenken en meten niet...... ;)

Link to comment
Share on other sites

Wat wel klopt is dat we niet alles weten over de werking van het gehoor.

Fijn, dus kennen we ook de relevantie van hetgeen we bedenken en meten niet...... ;)

weten? Nou, dan maak je een klassieke denkfout. Ik weet niet alles van hoe mijn zenuwstelsel werkt, maar ik kan van te voren heel goed bedenken dat ik mijn hand niet in een pan kokend water moet stoppen.

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

Wat wel klopt is dat we niet alles weten over de werking van het gehoor.

Fijn, dus kennen we ook de relevantie van hetgeen we bedenken en meten niet...... ;)

weten? Nou, dan maak je een klassieke denkfout. Ik weet niet alles van hoe mijn zenuwstelsel werkt, maar ik kan van te voren heel goed bedenken dat ik mijn hand niet in een pan kokend water moet stoppen.

 

Groet,

Jacco

wat is de klassieke denkfout? Je reactie is niet duidelijk in relatie tot Jitze z'n commentaar.

Link to comment
Share on other sites

[...........]

De essentie van wat ik opschreef is dat we met zijn allen hebben afgesproken dat 1+1=2. Die lijn trek ik door (na eeuwen van onderzoek in de wis- en natuurkunde bijv.) dat er ijzeren wetmatigheden bestaan aangaande het vallen van appel. Of de stroom door een transistor. Of de informatieoverdracht bij een interlink.

 

[.............]

Beste Jacco,

 

Voor een boekhouder is dit wellicht de waarheid van de algebra zoals die ooit eens afgesproken is. En volgens deze afspraak is 1 apparaat + 1 apparaat = 2 apparaten. Dat zal ik ook nimmer tegengenspreken.

 

Lees nog eens even wat ik eigenlijk opschreef in die post, inclusief wat Toine daar schreef: http://www.hear.nl/forums/index.php?showto...ndpost&p=254974

 

Het ging mij daarbij om een andere toepassing van jouw wiskunde. Als je een apparaat een waarde van zeg 1 toekent en een ander apparaat ook een waarde van 1 dan is de som van die waardes niet noodzalijkerwijs 2. Wil je ze samen laten werken maar ze doen dat niet dan kan de som zelfs 0 zijn. Werken ze erg goed samen dan kan de som meer dan 2 zijn.

 

"1+1=3" is niet iets wat ik heb verzonnen maar een dacht ik, vrij algemene uitdrukking. Hij geldt niet alleen voor apparaten die samen moeten werken maar ook tussen mensen en zelfs tussen mens en apparaat. Zo ontstaat bij muziek, of algemener de muze (kunst en cultuur) een meerwaarde. De waarde van een goed stel muzikanten die goed samenspelen is meer dan de som van de afzonderlijke muzikanten samen, althans dat is doorgaans de bedoeling.

 

;)

Link to comment
Share on other sites

Wat wel klopt is dat we niet alles weten over de werking van het gehoor.

Fijn, dus kennen we ook de relevantie van hetgeen we bedenken en meten niet...... ;)

weten? Nou, dan maak je een klassieke denkfout. Ik weet niet alles van hoe mijn zenuwstelsel werkt, maar ik kan van te voren heel goed bedenken dat ik mijn hand niet in een pan kokend water moet stoppen.

 

Groet,

Jacco

wat is de klassieke denkfout? Je reactie is niet duidelijk in relatie tot Jitze z'n commentaar.

Dat heeft met logica te maken. Je kunt van te voren een hoop dingen bedenken en op basis van logica beredeneren dat het niets uitmaakt.

 

Klein en kort voorbeeld: stel een interlink van goud produceert een vervorming op -180 dB en een andere met een slecht contact produceert -40 dB. Ik hoef verder geen kennis van de werking van het gehoor of van de perceptie te hebben om te kunnen beredeneren dat ik de eerste niet hoor en de tweede wel. Het lijkt triviaal, maar sta er eens bij stil. Het enige dat ik wist was de bekende gehoorcurve.

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

Plato vertelde het volgende verhaal:

 

Een man zit aan een ketting in een grot vast sinds zijn jeugd. Hij denkt god te zien want aan het eind van de grot ziet hij vaak het schijnsel van vuur, hoort gedonder en ziet hij een reusachtige schaduw. Als hij de hoek om kon kijken zou hij echter een smid zien die bij het aambeeld aan het werk is.

 

Jij ziet de bestaande meettechnieken en een bepaalde techniek van vergelijkend luisteren als waarheid. Jij kan ook in een grot vast zitten.

 

PS Voor de duidelijkheid, iedereen zit natuurlijk wel ergens in een grot vast.

Link to comment
Share on other sites

Dan de ene zin over het nut van meten aan een apparaat. De eerste vraag die ik beantwoord wil zien is of een apparaat vervormt (in welke vorm dan ook) en daarna probeer ik na te gaan of die vervorming hoorbaar zou kunnen zijn. Ik plak er geen waardeoordeel aan vast. Dat is eigenlijk alles.

Maar is het niet zo dan anno 2006 echte vervorming bij normaal geprijsde audiospullen gehoormatig even onbelangrijk is als wow&flutter bij een cd-speler? Is het niet zoeken naar technische onvolmaaktheden in een electrisch vacuum? Ik bedoel, ze zullen er zonder twijfel zijn, die meettechnische onvolmaaktheden, maar echt slechte spullen bestaan in normale prijsklassen doorgaans niet meer dacht ik.

 

En als jij echt iets weet van metingen en bronnen van vervorming, dan weet je ook dat een luidspreker pas echt vervormt -- vele malen meer dan de echt electronische componenten uit de keten. En dan hebben we het alleen nog maar over het directe geluidsaandeel gehad, namelijk datgene wat de luidsprekers als totaalproduct van een keten van electronica aan het eind uitbraken.

 

Er is ook nog het indirecte geluid, dat voor 50% bepalend is voor zowel de beleving als de kwaliteitservaring. Je hoort immers voor tenminste 50% gereflecteerd geluid, zowel thuis als buiten als in de concertzaal als waar dan ook.

 

De twee grootste vervormingscomponenten die in de praktijk de geluidskwaliteit bepalen, namelijk de luidspreker en de ruimte-gerelateerde kleuringen en vervormingen, komen bij geen enkele electronische meting in beeld. Toch zijn ze volkomen verantwoordelijk voor meer dan 80% van de gehoormatige ervaring en beleving.

 

Dit alles rond electronische metingen roept bij mij het beeld op van zinloosheid. Aangezien electronisch inferieure spullen die slecht meten eigenlijk bijna niet meer bestaan is de rol van meetgegevens bedoeld als waakhond, om te voorkomen dat er via de mazen een inferieure chinees of oostblokker in een heel mooi jasje de goegemeente voor de gek komt houden. Je meet eigenlijk alleen maar goed, heel goed, uistekend goed, en behoorlijk goed, tenzij je ook supermarktsetjes gaat meten. Dan kom je leuke dingen tegen natuurlijk, maar dat is pretentieloos spul, dus dan mag het ook frut zijn.

 

De grootste vervormings- en kleuringsproblemen tegenwoordig zijn die welke goed hoorbaar en traceerbaar door de ruimte zelf worden opgeroepen, daaronder inbegrepen de verschrikkelijk slechte opstelling die je soms tegenkomt bij de verschrikkelijk mooie spulletjes waar meettechnisch niks mis mee is. En hoewel je het misschien kan meten, hoor je het ook zonder meer.

 

Als jij hebt vastgesteld dat die door jou gemeten electrische vervorming hoorbaar kan zijn, dan moet het wel zo zijn dat ie in het niet valt bij de door de luidspreker opgewekte electro-mechanische vervorming en de kleuring van het indirecte geluidsveld dat door de ruimte wordt opgewekt. Als ie er dan nog bovenuit komt heb je een rariteit te pakken, denk ik. :)

 

Een andere vraag die ik al lang koester: kun je een goede apparatuurmatch meettechnisch identificeren en/of verklaren?

 

Toine.

Link to comment
Share on other sites

[...]

Het ging mij daarbij om een andere toepassing van jouw wiskunde. Als je een apparaat een waarde van zeg 1 toekent en een ander apparaat ook een waarde van 1 dan is de som van die waardes niet noodzalijkerwijs 2. Wil je ze samen laten werken maar ze doen dat niet dan kan de som zelfs 0 zijn. Werken ze erg goed samen dan kan de som meer dan 2 zijn.

[...]

Laat dit nou precies hetgeen zijn wat je kunt nameten...

 

Ik heb een apparaat waaraan ik de waarde 1 heb toegekend en ik beschik ook over de meetapparatuur om dat te verifieren. Aan een ander apparaat ken ik ook 1 toe, en als blijkt dat ze samen geen 2 opleveren is het hoog tijd om te gaan nadenken. Kennelijk beinvloedt apparaat 1 apparaat 2 of andersom of allebei. Maar geheid dat daar een verklaring voor te vinden is, dat weet jij net zo goed als ik.

 

1+1=3 kan ik mij alleen voorstellen als een gevoelsmatige toename van het aantal problemen dat je kunt verwachten. Met meten of verschillen detecteren heeft het niets te maken, want hoe bepaal je eigenlijk dat het 3 is? Daar zul je dan ook een standaard voor moeten hebben...

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

Ja, dat zou fijn zijn. En dat meen ik echt. Waarom is dat dan niet zo?

Waarom hoor ik dan verschillen die ik meettechnisch niet kan verklaren? En ik ben technisch best wel bekwaam.

Ik (en anderen) horen verschillen tussen versterkers die dusdanig groot zijn dat ze niet verklaard kunnen worden door de meetresultaten die cijfers laten zien van -80 dB en beter voor de vervormingscomponenten.

Omdat er veel grotere en belangrijkere vervormingscomponenten en artefacten zijn BUITEN de electronica, dan erbinnen. Wat jij en ieder ander ook hoort maar niet meet, is luidsprekervervorming (electromechanische problematiek in de orde van grootte van "slechts" enkele procenten vervorming bij heel goede spullen) en de akoestische kleuring en vervorming waarmee de luisteromgeving de cleane, uit de electrische hardware zelf afkomstige weergave vervuild. Ook in procenten.

Da's wel iets anders dan 1/10.000 procent harmonische vervorming bij 16kHz.....

 

Dat maakt de gehoormatige verschillen tussen sets nou zo groot, volgens mij.

Dat ligt totaal niet aan electrische tekortkomingen, behoudens in speciale gevallen van electrische mismatch of het ontwerp van een bedrieger.

 

Toine.

Link to comment
Share on other sites

Je kunt van te voren een hoop dingen bedenken en op basis van logica beredeneren dat het niets uitmaakt.

Inderdaad, echter dien je dan wel op de hoogte te zijn van alle variabelen, in dit geval dus ook inzicht in welke fenomenen van belang zijn voor het horen.

Anders lijk je toch wel erg op de figuur die Carl aanhaalt....................

;)

Link to comment
Share on other sites

Plato vertelde het volgende verhaal:

 

Een man zit aan een ketting in een grot vast sinds zijn jeugd. Hij denkt god te zien want aan het eind van de grot ziet hij vaak het schijnsel van vuur, hoort gedonder en ziet hij een reusachtige schaduw. Als hij de hoek om kon kijken zou hij echter een smid zien die bij het aambeeld aan het werk is.

 

Jij ziet de bestaande meettechnieken en een bepaalde techniek van vergelijkend luisteren als waarheid. Jij kan ook in een grot vast.

 

PS Voor de duidelijkheid, iedereen zit natuurlijk wel ergens in een grot vast.

Ik leef in de grot die gevuld is met de axioma's van de wiskunde en dit:

 

SigTeX.png

 

Maar je vindt dit nog niet breed genoeg?

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

 

Je kunt van te voren een hoop dingen bedenken en op basis van logica beredeneren dat het niets uitmaakt.

Inderdaad, echter dien je dan wel op de hoogte te zijn van alle variabelen, in dit geval dus ook inzicht in welke fenomenen van belang zijn voor het horen.

Anders lijk je toch wel erg op de figuur die Carl aanhaalt....................

;)

Trillende luchtmoleculen waren het, als ik mij niet vergis. Luchtdrukverplaatsing enzo.

 

Meer suggesties?

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

Wat wel klopt is dat we niet alles weten over de werking van het gehoor.

Blijf nu gewoon eens bij hetgeen je zelf te berde brengt en geef dit een plaats in het logisch redeneren, zal blijken dat niet alles te bevatten en te verklaren is,

Simpel toch ?

:(

Link to comment
Share on other sites

[...]

Maar is het niet zo dan anno 2006 echte vervorming bij normaal geprijsde audiospullen gehoormatig even onbelangrijk is als wow&flutter bij een cd-speler?

[...]

 

Toine.

Toine,

 

Ik ben van mening dat er kleine en hoorbare verschillen kunnen bestaan tussen normaal geprijsde audiospullen, ook bij cd spelers. Ik zoek het bij die laatste voornamelijk in problemen bij de anti-aliasing en pre-echo's. Er is ook een triviale groep die anders klinkt en dat zijn bijv. de non-oversampling DAC's. Echt slechte spullen worden niet meer gemaakt denk ik.

 

En als jij echt iets weet van metingen en bronnen van vervorming, dan weet je ook dat een luidspreker pas echt vervormt -- vele malen meer dan de echt electronische componenten uit de keten.
Zeker, zeker. Het schijnt zo te zijn dat je 1% THD niet eens hoort bij muziek.

 

Als jij hebt vastgesteld dat die door jou gemeten electrische vervorming hoorbaar kan zijn, dan moet het wel zo zijn dat ie in het niet valt bij de door de luidspreker opgewekte electro-mechanische vervorming en de kleuring van het indirecte geluidsveld dat door de ruimte wordt opgewekt. Als ie er dan nog bovenuit komt heb je een rariteit te pakken, denk ik.
Dat vaststellen is op basis van de gehoorcurve. Waarschijnlijk worden die kleine signaaltjes niet eens verwerkt tot hoorbaar geluid in de hersenen, ze moeten wel gedetecteerd zijn door de trilhaartjes. Misschien is het een superpositie van het veel grotere stoorsignaal van de LS, maar uitsluiten doe ik het niet. Ik geef het het voordeel van de twijfel.

 

Een andere vraag die ik al lang koester: kun je een goede apparatuurmatch meettechnisch identificeren en/of verklaren?
Misschien wel als ik er aan gemeten heb (elektrisch, niet akoestisch) en ik heb neutraliteit vastgesteld of specifieke vervormingen. Het liefst met een tweede combinatie om verschillen vast te stellen.

 

Groet,

Jacco

Link to comment
Share on other sites

SigTeX.png

 

strooien met formules lijkt me geen juist verweer tegen hetgeen Carl en Plato aanvoeren....... :(

Het zijn niet zomaar formules...

 

Groet,

Jacco

Zo gebruikt lijken het inderdaad oogkleppen ;)

Link to comment
Share on other sites

Toine,

Ik ben van mening dat er kleine en hoorbare verschillen kunnen bestaan tussen normaal geprijsde audiospullen, ook bij cd spelers.

 

Dat vaststellen is op basis van de gehoorcurve. Waarschijnlijk worden die kleine signaaltjes niet eens verwerkt tot hoorbaar geluid in de hersenen, ze moeten wel gedetecteerd zijn door de trilhaartjes. Misschien is het een superpositie van het veel grotere stoorsignaal van de LS, maar uitsluiten doe ik het niet. Ik geef het het voordeel van de twijfel.

 

Een andere vraag die ik al lang koester: kun je een goede apparatuurmatch meettechnisch identificeren en/of verklaren?

Misschien wel als ik er aan gemeten heb (elektrisch, niet akoestisch) en ik heb neutraliteit vastgesteld of specifieke vervormingen. Het liefst met een tweede combinatie om verschillen vast te stellen.

Mijn veronderstelling is dat de breed uitgemeten meettechnische verschillen veelal onterecht als kwaliteitsaanduiding worden gebruikt, terwijl ze in de praktijk van een gemiddelde audiosetup feitelijk ten onder gaan of niet eens te onderscheiden zijn in de veel grotere vervormingscomponenten van luidspreker en akoestiek.

 

Het omgekeerde is namelijk ook waar. Een set luidsprekers die goed genoeg IS en goed genoeg is opgesteld in een akoestisch ondersteunende omgeving laat verrassend kleine en subtiele verschillen horen tussen componenten.

 

Het zou mooi zijn, als je op een eenvoudige manier op voorhand kon meten of componenten zouden matchen of juist niet. Ik vermoedde al dat het niet echt praktisch haalbaar zou zijn. :)

Link to comment
Share on other sites

Hai Jacco,

 

Ik heb eigenlijk veel waardering voor mensen zoals jij en S0000884 - laat dat duidelijk zijn. Dat neemt niet weg dat ik vind dat jullie wel eens te veel geloof hebben in de techniek in die zin dat het ook maar de stand van de techniek van deze dag is.

Link to comment
Share on other sites

Zolang je niet weet wat meten is, hoe je meetresultaten interpreteert, hoe er gemeten wordt en hoe dat zich verhoudt tot wat je met je oren kunt, kun je niet weten dat dit argument nergens op slaat.

Precies maar hoe verhouden metingen zich tot je oren? Wat horen je oren nadat er een verschil is gemeten of horen ze dat niet, en andersom? Zijn fysica en fysiologie synoniem of gaan ze in elkaar over? Hoe zit dat eigenlijk?

Nu ga ik dit topic weer met belangstelling volgen.

S....... : Wat is hierop jouw antwoord?? Ben erg benieuwd, waarschijnlijk weet je het antwoord al lang.

Als je meettechniek een beetje onder de knie hebt, dan weet je ook welke eigenschappen van meetinstrumenten belangrijk zijn om objectief te meten. Als die goed / minder goed zijn dan weet je ook hoe vaak je moet meten, en hoe je naar resultaten moet kijken.

 

Als je een beetje weet hoe een oor werkt, dan kun je ook hiervan de 'meeteigenschappen' opstellen. Voorbeeld. Ons oor is supergoed in het lokaliseren van geluid (gegeven dat je oorschelp niet beschadigd is). Ons oor hoort zeer lage frequenties in het tijddomein (je hoort een trilling) en hogere frequenties in het frequentiedomein (je hoort een 'toonhoogte'). Ons oor kan zeer slecht 2 tonen horen die in frequentie dicht bij elkaar liggen, als eentje ervan veel zachter is. Ons oor kan weer juist heel erg goed harmonische reeksen van elkaar onderscheiden. Immers als een viool door een klarinet heenspeelt (ook al zouden ze dezelfde tonen spelen) kan je zo horen wie wanneer speelt. Zelfs twee minimaal verschillende violen kunnen we uit elkaar houden in een fractie van een seconde. Echter voor metingen zijn juist die goed eigenschappen van het oor zinloos. Een audiofiele versterker speelt NIET in op dit soort eigenschappen. Die probeert zo goed mogelijk een spanning te versterken. DAT kun je dus NIET meten met die (uiteraard wel zeer bijzondere en mooie) eigenschappen. Statements als "moelijke harmonische structuren kunnen we niet meten DUS het verschil tussen versterker A en B kunnen we niet meten maar wel horen" slaan nergens op. Een versterker kan namelijk slechts op technische eigenschappen beter / slechter zijn, niet op muzikale eigenschappen. Of je moet een hypothetisch non-linear superfuturistisch superding hebben dat real time de harmonische reeks van viool A de ene kant op kan aanpassen, en die van de klarinet de andere kant op :blink::blink::confused: . DAT KAN NIET. Er bestaat geen muzikale versterker. Wel technisch zeer goede. En DAT kunnen we alleen meten met goede apparatuur. Hoe we alles beleven (in niet-blinde omstandigheden) is een heel ander verhaal, maar daar kan die versterker niets aan doen.

 

Een spectrumanalyzer is daarin veel nauwkeuriger. Je kunt hier veel meer informatie mee uit een audiosignaal halen dan met je oren. Een spectrumanalyzer kan ook veel beter die informatie onthouden om vergelijkingen te maken (ons audio-geheugen is bijzonder slecht). Die heeft dus maar EEN poging nodig om nauwkeurig het verschil tussen bijv. twee versterkers te vergelijken. De specifieke oor-eigenschappen bezit geen enkel meetapparaat, maar die eigenschappen hebben geen betrekking op 'zaken die je kunt horen en niet kunt meten'. Die zaken hebben betrekking over hoe snel we iets kunnen horen en klassificeren, hoe we iets ervaren enz. Dat kunnen we niet meten, maar dat is ook niet iets waarin versterker A beter in kan zijn dan versterker B.

 

Conclusie: een oor kan een aantal bijzondere dingen, maar juist niet die zaken die nodig zijn om objectief te meten. En dat is het enige waarmee je een verschil tussen bijv. twee versterkers kunt hardmaken. Om alsnog met je oren te meten, valt met statistiek uit te rekenen hoe vaak je de vergelijking moet maken. Daaruit bereken je de kans dat je zit te gokken. Zoals eerder gezegd een spectrumanalyzer heeft deze problemen niet. Die pakt in 1 keer alle benodigde informatie.

 

Het is echter voor vergelijk ook belangrijk (hoe vervelend ook) dat de testen blind gebeuren. De verwachting zorgt namelijk veel sterker voor een andere ervaring dan de

Link to comment
Share on other sites

Create an account or sign in to comment

You need to be a member in order to leave a comment

Create an account

Sign up for a new account in our community. It's easy!

Register a new account

Sign in

Already have an account? Sign in here.

Sign In Now
 Share

×
×
  • Create New...